Procesfilosofie is gebaseerd op de idee dat de dynamische aard van het zijn de primaire focus zou moeten zijn van een filosofische beschouwing van de werkelijkheid en onze plaats daarin. Wat betekent dynamiek, worden, overgankelijkheid, komen en gaan? Als het de manier is waarop we de werkelijkheid ervaren, hoe moeten we dit dan metafysisch interpreteren? Hoe kunnen we het ontstaan ​​van nieuwe omstandigheden – zoals het Antropoceen – metafysisch begrijpen?

Overgankelijkheid, Wording, Werking, Zelforganisatie – het zijn benamingen voor de zelfgenererende persistentie van verandering ​​door de conti-nu voortgaande interactie van processen. Conti-nu wordt er actuele werkelijkheid van betekenis gerealiseerd.

De procesfilosofie kijkt metafysisch en metafilosofisch naar wat er gaande is. Dit kan toegepast worden op de huidige, voor mensenbegrippen ongekende veranderingen die onder de noemer Antropoceen kunnen worden geschaard.

Procesfilosofie concentreert zich op de dynamische betekenis van het zijn als worden of gebeurtenis, de voorwaarden hiervoor, de soorten dynamische entiteiten waaronder mentale gebeurtenissen en handelingen, de realisatie van waarden en betekenis, de werkelijkheid als onlosmakelijke subject-objectgebeuren.

De werkelijkheid is een in concreto ongedeeld, ofwel holistisch samenstel met fysieke, biotische, mentale, organische, sociale, cognitieve, historische, politieke, economische, juridische, ethische, esthetische zijnsaspecten.

Antropocene veranderingen betekenen een toenemende verstrengeling van deze natuur- en cultuuraspecten.