In principe draait al het menselijk functioneren om zin en betekenis, om heil en onheil, orde en chaos, licht en duister, goed en kwaad. Kennis bijvoorbeeld kan analytisch en theoretisch zijn, maar het is veel meer dan dat: ook het kennisaspect draait uiteindelijk om gewenste en ongewenste ervaringen, om de eerste te bevorderen en de tweede tegen te gaan.
Gewenste, dan wel ongewenste ervaringen: de antropocene verandering heeft nu precies hierop betrekking. Hoe zal het van invloed zijn op het kwalitatieve functioneren van de organismen? Welke risico’s, welke gevaarlijke dreigingen liggen er op de loer? Welke aanpassing is eventueel (nog) mogelijk? Waar liggen de dilemma’s, de tegenstrijdigheden, de ambivalenties? Welke belangen staan op het spel?
We hechten waarde aan verschillende belangen, tegengestelde belangen. En juist dat is nu een probleem in het licht van de bedreiging van ons universeel-gemeenschappelijke belang als aardebewoners. We kunnen die tegengestelde en tegenstrijdige belangen in grote lijnen temporeel uitsplitsen naar kortetermijn- en langetermijnbelangen, en in ruimtelijke zin naar ‘ver-van-mijn-bed’ en ‘op-mijzelf-betrekking-hebbend’. Dat die belangen zich op zeer complexe wijze vermengen moge wel duidelijk zijn aan de relatie tussen onze (westerse) leefwijze, namelijk via onze uitstoot en vervuiling, naar gevolgen als toenemende aantallen klimaatvluchtelingen, die vervolgens ‘fort Europa’ komen bedreigen.
Tegengestelde, tegenstrijdige belangen zullen er altijd zijn geweest. Ze doen zich nu echter voor in een voor de mensheid ongekende, unieke situatie van planetaire overshoot. Op z’n minst rechtvaardigt dit de confronterende vraag: zitten we klem?
Kunnen we het Antropoceen definiëren als Fuiktijdperk?
Maak jouw eigen website met JouwWeb