De Wording, die zelf haar eigen energie is, verloopt niet op een chaotische manier, maar kan zichzelf alleen realiseren langs een bepaalde ‘weg’, in het chinees tao. Wij kunnen ons tao voorstellen als het fundamentele ordeningsbeginsel dat de dynamiek van het universum regelt. Dit principe is niet iets wat zelfstandig buiten het universum bestaat, het is immanent in het universum zelf. Het ordebeginsel kan niet verder gereduceerd worden. De ontologische status van de wereld waarin het tao zich manifesteert is die van het Worden. Worden is steeds overgankelijk.
In dit tao-proces neemt de mens een gerelateerde plaats in, als zijnde een natuurlijk fenomeen die tao, ofwel ‘weg’ beïnvloed ten goede of ten kwade. Dat laatste is wat zich nu aan ons opdringt. De mens als natuurlijk fenomeen beïnvloedt zijn eigen natuurlijke habitat en de natuur kan vervolgens niet anders dan tao volgen overeenkomstig het ordeningsprincipe. Er is nu een drastische herordening gaande.
-
Het taoïsme kan begrepen worden als een filosofie van de natuur. Het is ontstaan in Holocene tijden en maakt gebruik van metaforen. Wil het zijn universele houdbaarheid bewijzen, dan zal het ook betrokken moeten kunnen worden op Antropocene tijden. De stroom van het tao beweegt zich nu in Antropocene omstandigheden: we zijn de bedding drastisch aan het verleggen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb