We hebben een term nodig die de vele problemen van het huidige polymultimegaprobleem samen dekt en in staat is meer te zeggen dan de termen “klimaatopwarming” of “ecologische crisis”. Aan de term ‘Antropoceen’  kleven voor en nadelen, maar dat zal voor elke term gelden.

Het Antropoceen-idee past zeer goed in het lange verhaal van Big History, waarbij het een krachtige manier is om na te denken over de moderniteit, om te vragen wat de menselijke soort zo vreemd of uniek maakt, en om onze door Holocene omstandigheden gevormde denkbeelden te bevragen. Het suggereert interessante manieren om de menselijke geschiedenis in de grotere geschiedenis van de biosfeer en de geosfeer te plaatsen - iets wat Big History tracht te doen.

Door aannemelijk te maken dat we niet meer leven op een Aarde waarop we dachten te leven – het Holoceen – haalt het concept in zekere zin de hele basis van het leven dat we op deze Aarde opgebouwd hebben onderuit.

Het concept van het Antropoceen geeft niet automatisch antwoorden, het dwingt ons juist om nieuwe vragen te stellen. Het zijn vragen die een nieuwe relevantie krijgen in het licht van de relaties tussen natuurlijke en sociale sferen, tussen het lokale en het globale, en tussen het heden en het verleden. Het Antropoceen dwingt ons om onze comfortzone te verlaten, om ongewone verbanden te leggen, en een gemeenschappelijke taal te creëren over disciplines en culturen heen.

De term is nog kneedbaar. Zo kunnen we bijvoorbeeld drie definities onderscheiden: 1. een interval in de geologische geschiedenis (beperkt tot veranderingen in de stratigrafie); 2. een breder geheel van veranderingen in het Aardsysteem (ook stijging van de zeespiegel, het uitsterven van soorten, het voorkomen van chemische moleculen); 3. een nog bredere notie van menselijke impact op de planeet (ook landschapstransformaties, verstedelijking, dumpen van afval).

Maar dan zijn we er nog niet willen we de volle ‘glorie’ van het Antropoceen te pakken zien te krijgen. De mens zal in de nabije toekomst wereldwijde ecologische veranderingen  meemaken van een ongeziene schaal en snelheid sinds het 200.000 jarig bestaan van de Homo sapiens – veranderingen die onheil met zich mee brengen.

Daarom zou de term ook gekneed kunnen worden tot Fuiktijdperk, daarmee uitgaande van het feit dat de belangrijkste planetaire grenzen reeds zijn overschreden, dat er nog een aantal grenzen op het punt staan om overschreden te worden, en dat de trends al decennialang zodanig hardnekkig zijn dat er van een ommekeer geen sprake lijkt te zijn.

Het venster voor door de mens beheerste en navigerende oplossingen is zich nu rap aan het sluiten want de spanningen in zowel natuur als socio nemen alleen maar toe. Met alle bijbehorende polarisatie en concurrerende belangen dus conflictstof erop en eraan, die oplossingen nog verder uit beeld zullen brengen.

De term Fuiktijdperk drukt de mens met de neus op het feit dat ecologische overshoot, wanneer eenmaal de planetaire grenzen zijn bereikt, bepaalde wetmatigheden kent waaraan de mens onderhevig is. Dit ondanks het feit dat die natuurlijke overshootwetmatigheden deze keer precies via die specifieke diersoort zijn verlopen.

De term Fuiktijdperk duidt er ook op dat de uiteindelijke noodzakelijke correctie (negatieve feedback, de oplossing) niet door de mens wordt beheerst, maar vanuit de zelforganiserende natuur zal komen.