Procesfilosofie kan verwijzen naar een rijke traditie van reflectie in het oosterse denken zoals het Taoïsme. Dat alles conti-nu verandert is de kern van het zijn. Dit basisidee is een grond voor reflectie over het Antropoceen. Verandering is per definitie energetisch. Maar verandering is niet willekeurig, er is dus sprake van creatieve kracht.

Oosterse filosofieën presenteren de eenheid van dynamische tegenstellingen, bijvoorbeeld in het concept van Yin-Yang. Evenwicht is altijd tijdelijk in een contrast van duur en verandering, van energetische dynamische bestendigheid en energetische dynamische overgangen.

Energie is een kernnotie, evenals temporaliteit. Energie gaat onlosmakelijk gepaard met temporaliteit en dan hebben we het over Werking, Wording, Overgankelijkheid. Er is geen god, de basis van de werkelijkheid is goddelijke Werking.