Collapsologie is de wetenschappelijke studie die verwijst naar de mogelijke ineenstorting van onze geïndustrialiseerde beschaving, aangezien deze momenteel wordt bedreigd door ecologische, economische en sociale omwentelingen. 

Enkele aspecten en factoren die door de collapsologie worden bestudeerd zijn:

- Klimaatverandering en extreme weersomstandigheden zoals bosbranden , droogte , overstromingen , stijgende zeespiegels en orkanen.

- Verlies aan biodiversiteit en verminderde landbouwproductiviteit, bodemerosie en verstoorde voedselketens.

- Uitputting van hulpbronnen en verstoring van de wereldwijde toeleveringsketens

- Economische instabiliteit, sociale en politieke onrust

Collapsologen bestuderen hoe deze variabelen en hun onderlinge wisselwerking de kans op een ineenstorting van een samenleving kunnen vergroten.

Collapsologie is bedoeld om de factoren beter te begrijpen en ons voor te bereiden op het geval dat een of meer van deze variabelen de ineenstorting van onze moderne maatschappij veroorzaken. Als de mogelijke uitkomsten die in de collapsologie worden geïllustreerd, zich zouden voordoen, zouden we een volledige en diepgaande ineenstorting van onze moderne samenleving zoals wij die kennen meemaken.

Het is een zeer breed onderzoeksveld dat kijkt naar onderlinge relaties op het gebied van:

- Energiebeperkingen: brandstoftekorten verstoren transport en industrie; stroomuitval en netstoringen;  stijgende energiekosten; economische stagnatie en de-industrialisatie; ineenstorting van wereldwijde toeleveringsketens; overgang naar lokale, energiezuinige economieën.

- Voedselzekerheid: mislukte oogsten door droogte, overstromingen of bodemdegradatie; stijgende voedselprijzen en schaarste; ondervoeding en crises in de volksgezondheid; massamigratie en klimaatvluchtelingen; sociale onrust en voedselrellen; ineenstorting van industriële landbouwsystemen.

- Waterschaarste: uitputting van de zoetwatervoorraden; verstoring van de landbouw en de industrie; toenemende concurrentie om watervoorraden; regionale conflicten over toegang tot water; woestijnvorming en ineenstorting van ecosystemen; gedwongen aanpassing aan waterbesparende systemen.

- Politieke onrust: instabiliteit van de regering en verlies van vertrouwen van het publiek; autoritaire regimes of staat van beleg; burgerlijke onrust en protesten; fragmentatie van natiestaten; opkomst van lokaal bestuur of krijgsheren; ineenstorting van de internationale samenwerking.

- Natuurrampen: vernietiging van infrastructuur door stormen, aardbevingen, bosbranden; massale ontheemding en humanitaire crises; verstoring van essentiële diensten (gezondheidszorg, transport); economische ineenstorting in de getroffen regio's; langdurige aantasting van het milieu; toenemende frequentie en intensiteit als gevolg van klimaatverandering.