De sterke krachten hier bedoeld zijn de krachten die al decennialang gepresenteerd worden door de hardnekkige trends op het gebied van overexploitatie, verandering van habitat, klimaatverandering, zeespiegelstijging, biodiversiteitsverlies, vervuiling, … . Biofysische, ecologische veranderingen (lees: onheilzame verslechteringen) veroorzaakt door de mens (of misschien eigenlijk: door natuurlijke overshootwetmatigheden die deze keer verlopen via de diersoort mens), vertaalt zich naar verslechterende omstandigheden voor onder meer diezelfde diersoort. Je zou verwachten dat die betreffende soort dat op een gegeven moment wel voldoende in de gaten heeft, waarbij je zou verwachten dat dit dier er wel voldoende tegenkracht tegenaan weet te gooien.

En dat blijkt inmiddels overduidelijk niet het geval, dus de zwakke tegenkrachten tegenover die sterke zitten aan de kant van de mens ofwel aan de kant van de cultuursferen of -aspecten, waaronder de politieke. Die zwakke krachten zijn inclusief de soft-power van onderop (milieubewegingen, morele pleidooien voor de-growth, oproepen voor beter omgaan met de natuur, klimaatdemonstraties, ...) – die krachten krijgen niet voldoende massa, niet voldoende gewicht.

Planetaire overshoot betekent toenemende verstrengeling van natuur- en cultuursferen of aspecten en het brengt sterke krachten met zich mee. De sterke afbrekende krachten versterken elkaar in wisselwerking in de natuur- en cultuurverstrengelde sferen naarmate de planetaire overshoot voortduurt en versterkt wordt. Verslechtering in de natuursferen in tijden van planetaire overshoot veroorzaakt spanningsopbouw in de cultuursferen/aspecten, waardoor oplossingen nog verder uit zicht raken. De mensheid zou het in vereende kracht moeten oplossen (via de internationale orde en instituties), maar precies die staan onder toenemende druk en erosie. De polarisatie neemt juist toe, waardoor de onmacht toeneemt aan de kant van die verenigde internationale orde, met zijn doorwerking op alle natuur- en cultuuraspecten.

Kortom: de verhouding tussen afbrekende en opbouwende krachten is aan het veranderen, ten gunste van de afbrekende. Het gevolg en de conclusie: toenemend onheil.