Context omtrent mens-, wereld, en godsbeeld in relatie tot Antropocene ontwikkelingen:

 Je hoeft niet het mensbeeld aan te hangen van “de mens is van nature slecht” om tot het besef te komen van Antropocene neergang. Stel: we gaan uit van het tegenovergestelde: “de mens is van nature goed”. De mens is daarnaast ook van nature dissipatief, dissipatiever dan andere diersoorten.

Er is onderscheid te maken tussen intenties en gevolgen van overtuigingen en gedrag. De intentie is goed, gaan we hier vanuit, terwijl het dissipatieve gedrag plus evolutionaire groeiprincipes toch tot overschrijding van planetaire grenzen kan leiden - die nu eenmaal gecorrigeerd moet worden. Wanneer ergens evolutionaire overshoot zich voordoet onder de lieve diertjes in een begrensde situatie, bijvoorbeeld een eiland, dan volgt er een correctie. Er is natuurlijke zelfregulatie.

Door de centrisch-excentrische dubbelstructuur is er toch wel wezenlijk onderscheid tussen de lieve diertjes en het mensdier. Bij de mens is vast sprake van dubbelzinnigheid en ambivalentie wat betreft “van nature goed/van nature slecht”. Er is een van nature spanning tussen ‘IS’ en ‘OUGHT’.

We kunnen zo gezien het mensbeeld aannemen: het is beide; de mens is een vat vol tegenstellingen. Dit ‘van beide wat’ is het (maatschappelijke) ‘IS’ waardoor het gaat zoals het gaat. Het ‘OUGHT’ kan dan activistisch druk uitoefenen, maar waar drukt het tegen? Die vraag lijkt mij voor activistische groeperingen best wel van belang, hetgeen pleit voor onderzoek en theorievorming vanuit allerlei perspectieven omtrent Antropocene ontwikkelingen. Het gaat ook om de vraag op welke krachten richt het activisme zijn pijlen. Richt ze haar pijlen wel op de juiste tegenstander? Is niet juist de consument en de kiezer nu de grootste tegenstander, aangezien deze inmiddels weet heeft (kan hebben) na alle misleiding? (Jawel, de consument en kiezer worden beïnvloed, maar hebben zij dan geen eigen verantwoordelijkheid?) Welk drukmiddel kan het activisme het effectiefst inzetten tegen welke tegenstander? Zit er misschien ook in de activist zelf een (kleine) inwendige tegenstander, als zijnde dissipatieve consument?

Wellicht drukt het activisme tegen een mammoettanker van al decennialang gaande planetaire overshoot, die vaart of drijft in oheilzame richting. Zolang de mammoettanker nog niet is vastgelopen, heeft die druk toch nog (enige) kracht. Zodra de tanker is vastgelopen op de klippen of op het strand, dan is die kracht waarschijnlijk van weinig invloed meer. De vraag is nu, naast het bovengenoemde: hoe staat het er voor met die tanker? We kunnen bijvoorbeeld het metaforisch wereldbeeld hanteren: hij is nog niet volledig op de klippen gelopen, maar is al wel vastgelopen in het zand.

 

Mede door Antropocene ontwikkelingen zijn er verschuivende mens-, wereld- en ook godsbeelden gaande. De volgende link geeft wel een aardig analysedocument: https://www.kuleuven.be/thomas/cms2/uploads/file/pastoraal/bezinningsdagen/Analysedocument%20mens-,%20wereld-%20en%20godsbeelden.pdf

Met name de 2e kolom (wereld- of maatschappijbeeld) geeft ook een idee van de samenhang tussen wereldbeeld en politiek. Onderliggende overtuigingen omtrent mens-, wereld- en godsbeeld zijn religieus (in brede zin, ook atheïsme en materialisme)) van aard. De filosoof Hobbes ontwikkelde een politieke filosofie op basis van mens-, wereld-, godsbeeld, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_Hobbes Vast wel interessant in het kader van duiding en vorming van Antropoceentheorie.