Bruno Latour (1947-2022) was een Franse filosoof die zich ontwikkelde tot denker over de hedendaagse ecologische crises. De cultuur van ‘de moderniteit’ waarin de mens de maat van alle dingen is, heeft ons, aldus Latour, opgezadeld met misleidende visies op de relatie tussen de mensen en de aarde.

Copernicus en Galilei staan aan de basis van de moderne visie waarin de aarde niet langer het middelpunt is van het universum. De kosmologische omwenteling die zij in gang zetten, bracht volgens Latour met zich mee dat er een nieuwe, meer empirische visie op kennis en wetenschap ging ontstaan. Er werd een radicale scheiding aangebracht tussen de gegeven natuur en de door mensen gemaakte cultuur, tussen feiten en waarden, tussen object en subject, tussen niet-mensen en mensen.

Alles stond in dienst van de menselijke ontplooiing en had uiteindelijk slechts instrumentele waarde. Hoewel de moderne waarden van vrijheid, autonomie en soevereiniteit vele bewerkingen hebben gekend, is overeind gebleven dat de grenzen die de levende aarde nu stelt aan het menselijk handelen daarin niet zijn verwerkt. De huidige samenleving leeft nog steeds met dit mensbeeld dat zelf mede de situatie in stand houdt die haar bedreigt. 

 Latour benadrukt de noodzaak om de aarde op een nieuwe manier te benaderen. In plaats van de planeet te beschouwen als een passief podium waarop de menselijke activiteiten plaatsvinden, pleit Latour ervoor de aarde te beschouwen als een complex, dynamisch systeem. De samenhang van alle elementen is de uitkomt van een miljarden jaren oud evolutionair proces van creatie en zelfregulatie, dat alle kwaliteiten en interacties heeft voortgebracht die nu het leven op aarde kenmerken.  
  
“De natuur vormt niet langer de stabiele achtergrond van ons doen en laten. We zijn toegetreden tot het drama van de geo-geschiedenis, het tijdvak van het antropoceen. In dit tijdvak dringen de ecologische gevolgen van het menselijk handelen zich hardhandig op de voorgrond”, schrijft hij in Oog in oog met Gaia.  
  
Verschuiving in perspectief heeft vergaande gevolgen. Als de aarde niet slechts een passief object is dat instrumenteel benaderd kan worden, maar een netwerk vormt van actieve spelers met ieder een eigen belang, wat betekent dit dan voor de wijze waarop mensen zichzelf situeren in dat proces? “Hoe blijven we in staat – ook in antropologisch, cultureel en politiek opzicht – om te zorgen dat het leven zichzelf kan blijven genereren? Hoe houden we de aarde bewoonbaar en zetten we het proces van het leven voort dat zich in miljarden jaren heeft gevormd?”