We kunnen over evolutie ofwel Zelforganisatie nadenken in relatie met het Antropoceenconcept. In het besef dat het maar woorden zijn, mensenwoorden, terwijl Logos, of Woord betrekking heeft op de taal van het Universum zelf. Het Universum zelf spreekt tot ons via de taal van het Leven zelf. De taal van het Leven zelf ervaren wij door zelfervaring die lichamelijk is, die taal spreekt tot ons als affect.
Dit is een denkwijze die van invloed is op mens- en wereldbeeld. Daarbij is de mens, met zijn cultuurkrachten, gerelateerd aan, en onder-hevig aan de universele natuurlijke Zelforganisatie. (Er is geen zogenaamde bovennatuur, het idee van Bovennatuur is/was dualistisch zelfbedrog.)
Zelforganisatie, Werking, Wording, Overgankelijkheid, Energetische Zelfgeneratie is Eenheid (Eén ‘Systeem’, één Proces, TAO, de Ene, het Universele, God, het goddelijke, ‘God’ of Godt - Godt is een werkwoord: laat ‘m maar wat doen voor de kost) die zich aan ons opdringt als Woord zodat wij onontkoombaar ant-woorden met onze levenshouding (dubbelstructuur), toont in veelheid of verscheidenheid, in te onderscheiden dingen, processen, systemen, entiteiten of hoe dan ook genoemd. Het taoïsme heeft het over ‘de tienduizend dingen’.
Die Energetische Zelfgeneratie is energie die gebruik maakt van materie en is daarmee gematerialiseerde energie en deze evolueert (verandert) organisch, via verneming, doorgeving, overerving. Er is in die metafysische taal (dus) sprake van ‘mentaal’ en ‘ervaring’ in brede zin. De organismefilosofie van Whitehead heeft betrekking op die holistische universaliteit, verandering is in het Taoïsme de hoofdzaak (Het Boek der Verandering), verandering duidt erop dat er sprake is van Creativity. Er vindt actualisatie plaats uit de op dat moment vigerende mogelijkheden (vrijheid binnen beperking). Dit overstijgt onze gangbare onderscheiding die we maken tussen het organische en het anorganische, tussen leven en niet-leven. Het overstijgt dus ook biotische of Darwinistische ideeën omtrent evolutie. Zelforganisatie verloopt organisch, ook anorganische processen verlopen organisch.
Als we die Eenheid uit elkaar trekken (abstraheren) dan maken we onderscheid tussen dingen, processen, systemen. We halen de universele verstrengeling uit elkaar en moeten niet vergeten om die na het abstraheren weer te integreren als we het weer willen betrekking op concrete ervaringswerkelijkheid. Integreren is wat onze ongearticuleerde lichamelijke ervaring (onze ervaring = lichamelijkheid) ‘automatisch’ doet in zijn ‘naïeve’ alledaagsheid. (Dooyeweerd)
Leven is niet persé nodig voor Zelforganisatie en van het levende is de mens niet persé nodig. Je zou bij wijze van spreken kunnen zeggen: leven is een nichemarkt geworden van universele evolutie. Van het levende is de mens een nichemarkt geworden, van de mens is zijn van-nature-kunstmatigheid, technologie en overige cultuur een nichemarkt geworden van uiteindelijk de natuurlijke evoluerende Zelforganisatie. Voor de mens zijn deze eigenaardigheden noodzakelijk, voor de energetische Zelfgeneratie niet.
Onze denkbeelden verschuiven nu, mede door ontwikkelingen in de wetenschap en door Antropocene ontwikkelingen, en daardoor komt nu natuur-cultuurverstrengeling weer op de voorgrond. Maar die verschuiving hebben we misschien nog niet (voldoende) gemaakt wat betreft de organische en anorganische verstrengeling, en hun onderlinge krachtsverhoudingen. Wat houdt eeuwigdurend stand en wat niet? Nichemarkten van de holistische overkoepelende evolutie hoeven geen stand te houden.
Binnen de ‘cultuurnichemarkt’, die dus aan Natuur onder-hevig is, zouden we ook weer kunnen spreken van kracht- en machtsverhoudingen, bijvoorbeeld wat betreft het tegengaan van klimaatverandering tussen ‘welwillenden’ en ‘niet-welwillenden’.
Via deze denkwijze, die tevens een mens- en wereldbeeld oplevert, kan men zich een voorstelling maken van krachtsverhoudingen. En dan komt het volgens mij kardinale punt: bewegen deze (verschuivende) krachtsverhoudingen zich binnen of buiten de planetaire grenzen?
Die vraag is medebepalend voor hoe we denken over de politieke mogelijkheden. Die weer als een niche-markt van de voor de mens noodzakelijke cultuuraspecten kan worden gezien, die weer een nichemarkt is van …., enzovoorts.
De verschuiving is gaande, volgens mij structureel buiten de planetaire grenzen. Structureel vanuit het biotische aspect gezien, en het biotische aspect is maar weer een nichemarkt van … enzovoorts.
Zoals gezegd: mensenwoorden, voor de een van betekenis, voor de ander misschien niet, vallend onder het geloofsaspect. Dooyeweerd maakt het geloofsaspect aannemelijk als zijnde voorafgaand aan het theoretisch denken en redeneringen. Hetgeen betekent dat het niet zomaar de argumentaties kunnen zijn die een ander van ‘geloof’ kan doen veranderen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb