Latour definieert moderniteit als de grootse maar vergeefse poging om de werkelijkheid te ordenen door het trekken van scheidslijnen tussen natuur en cultuur, feiten en waarden, subjecten en objecten. Dit dualisme heeft volgens L nooit gewerkt, maar leidde wel tot een systematische blindheid voor de vele relaties met andere entiteiten in de wereld waarin de mens altijd al verwikkeld was. De fundamentele betekenis van entiteiten blijken nu processen te zijn in plaats van substanties.
De objectiverende modus van de wetenschap, die onder invloed van dit dualisme tijdens de moderniteit zo belangrijk werd, is één van Latour’s grote interesses. Tijdens de moderniteit heeft de wetenschappelijke waarheidsmodus volgens L de andere waarheidsmodi overstemd, wat leidde tot een verenging van ons waarheidsbegrip tot enkel rationalisme en zorgde voor allerlei problemen in de domeinen van de andere zijnsmodi. Een waarheid zoals die wordt uitgedrukt in de modus van de wetenschap, heeft geen vanzelfsprekende legitimiteit binnen de modus van de politiek, de ethiek, de economie, het affect, de intuïtie, het sociale, het historische, omdat ‘waarheid spreken’ in elk van die domeinen iets anders betekent. De waarheid van het affect spreekt van zichzelf als lijden en genieten, als heil en onheil.
We leven in wat L de ‘kritieke zone’ noemt – de dunne biofilm rond de planeet waarin al het aardse leven zich afspeelt, en waarvan we nu weten dat het geen passief decor is voor het menselijke handelen, maar een complex web van onderling afhankelijke actoren. De betekenis en kwaliteit van dit web zal zich door Antropocene ontwikkelingen tonen in alle zijnsmodi. In de affectieve modus is toenemend lijden en onheil te verwachten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb