We gaan in een destructieve richting, de wereld wordt zichtbaar steeds instabieler in zijn toenemende verstrengeling van natuur- en cultuursferen. Wanneer stabiliteit van deze ordegrootte onder druk komt te staan, zoals nu in deze fase van het Antropoceen het geval is, dan zullen we, als de huidige trends zich voortzetten, uiteindelijk terugvallen naar ‘lagere niveaus’. Instinctmatigheid zal het overnemen van rationaliteit, zoals ook Jonathan Haidt aannemelijk maakt, n.a.v. politieke maatschappelijke verschuivingen in de VS.

Whitehead verwerpt dat men een uitdrukking van morele verplichting zou kunnen bereiken boven de omstandigheden uit. De omgeving en de omstandigheden veranderen, en als men denkt verder te kunnen gaan dan de omgeving waar de moraal op betrekking heeft, wordt een morele code niets meer dan een “loze verklaring van abstracte irrelevanties” ( MT 13).

Morele wetten zijn bij Whitehead analoog aan natuurwetten. Wanneer een tijdperk een tijdlang min of meer stabiel is, zoals het Holoceen dat was, dan kan er ook een tijdelijk-stabiele moraliteit verschijnen. De toegenomen verfijning van recht en orde zijn bijvoorbeeld cruciaal voor het functioneren van complexe menselijke gemeenschappen.

De natuurlijke Zelforganisatie kan destructiviteit voor zichzelf niet toelaten. Het moet noodzakelijk streven naar evenwicht, ofwel harmonie. Dat overstijgt de menselijke culturele en morele waarden; die zijn niet persé noodzakelijk.

Whitehead stelt dat de Natuur gericht is op het bereiken van een ideale balans tussen harmonie , wat de grootst mogelijke verscheidenheid aan details met effectief contrast betreft, en intensiteit, wat de relatieve omvang of diepte van de bereikte contrasten betreft. We kunnen ons dit voorstellen analoog aan hoe hogedruk- en lagedrukgebieden onderling op elkaar inwerken. Het streven naar evenwicht kan gepaard gaan met woeste krachten, en harmonie is altijd maar tijdelijk. Daarom ontkomt de natuur ook niet aan dit eeuwig streven.

Als we een dergelijke natuur-inherente noodzakelijke moraliteit (teleologisch uitgedrukt: Wil) beschouwen als een proces dat continu is met de creatieve vooruitgang van het universum als geheel, dan betekent een dergelijke moraliteit, of streven, bij de huidige ontwikkelingen onheil voor de organismen. Wat haalbaar is voor het natuurlijke streven, is niet per definitie in overeenstemming met de waargenomen behoeften van bijvoorbeeld mensen.

Whitehead verhield zich op metafysische wijze tot de evolutietheorie van Darwin en tot de theorieën van de kwantumfysica. Metafysica kan wellicht een bijdrage leveren aan Antropoceentheorievorming. Het kan mogelijk een overkoepelende kapstok zijn voor de integratie van natuur- met cultuurwetenschappen.