Hoe toont de werkelijkheid zich? In de eerste plaats toont zij zich niet als geheel, maar altijd als dit of dat. Wat zich toont en waar wij ons toe verhouden zijn afzonderlijke dingen. De veronderstelling is nu dat al die losse dingen deel zijn van een eenheid, een groter geheel. Dat grotere geheel resoneert als het ware mee in ieder deel. Ieder deel laat niet alleen zichzelf zien (in zijn individualiteit), maar toont op zijn eigen wijze tevens ook altijd dat geheel (de eenheid). De werkelijkheid toont zich dus als een veel-eenheid.

In het weet-hebben van de dingen, wordt steeds iets ‘meegeweten’ dat niet alleen het individuele ding betreft, maar dat alle dingen raakt. En dus reikt ons weten in dat ‘meeweten’ naar alle werkelijkheid. “De mens is ‘zo wijd als alle werkelijkheid’”, zegt de Nederlandse metafysicus Herman Berger (1924-2016).


Om het geheel te verstaan - het geheel dat zich in ieder deel in minimale zin aandient als de  woordeloze vraag om erkenning - vraagt om een andere benadering dan de wetenschappelijke. De woordeloze stem van de werkelijkheid is niet langs de wetenschappelijke weg in beeld te brengen en te bestuderen. Maar toch is zij reëel en wat reëel is vraagt om expressie, niet alleen impliciet in het alledaagse leven maar ook in de expliciete rationaliteit. De metafysica zal dus, als explicitering van dat impliciete, om een geheel eigen aanpak (denkwijze, denkhouding) vragen. Eerder dan het verklarende, analyserende, initiatiefrijke denken van de wetenschap, zal de metafysica gevoed worden door een aandachtige, luisterende, geduldige en ontvankelijke wijze van denken. Dat vraagt om een andere houding dan die moderne mensen op het lijf geschreven staat.

Maak jouw eigen website met JouwWeb