Antropos is antropos omdat ie antropos is. Dat maakt hem anders dan andere dieren omdat ie wordt gekenmerkt door twee posities: de centrische - en omdat hij antropos is, is dit niet anders dan de antropo-centrische positie -  en daarbovenop, zowel in samenwerking als in strijd met de centrische, de typisch enkel aan antropos gegeven excentrische positie. Die excentrische positie maakt de mens tevens bewust van zijn onvolmaaktheid, zijn menselijk tekort, brengt eventueel via gelegenheidsoorzaken ecocentrische vervreemding met zich mee (zoals we kunnen zien), en brengt (ver)ant-woordelijkheid met zich mee.

Hoe komen we, om klimaatverandering tegen te gaan, dan van antropocentrische naar ecocentrische intentionaliteit? Is dat nog wel mogelijk? Is dat nog wel toereikend bij 9 miljard te vullen monden? Hoe kunnen we de relatie zien tussen antropocentrische en ecocentrische intentionaliteit? Is de mens niet per definitie primair gericht op zijn menseigen, dus antropocentrische lichamelijke behoeftes en verlangens? (naast zijn uit de hand gelopen (mede) excentrisch gerelateerde kapitalistische, consumentistische, materialistische verlangens)

Hoe kunnen we de relatie zien tussen centrische/excentrische positionaliteit met bron-/gelegenheidsoorzaken. En deze twee vervolgens weer met antropocentrisme/ecocentrisme in de zin van intentionaliteit?

Misschien ligt bij de bronoorzaken het overwicht meer aan de kant van de centrische positie en bij de gelegenheidsoorzaken mogelijk of wellicht meer aan de kant van de excentrische positionaliteit? Zijn het niet primair de bronoorzaken die ons, via evolutionair-cultuurlijk mogelijk gemaakte gelegenheidsoorzaken, in de Antropocene problemen hebben gebracht?

De mens kan niet zonder het economische aspect, en bij het mensdier brengt dit nu eenmaal in de basis een bepaalde mate van dissipativiteit met zich mee die groter is dan bij andere dieren. We kunnen pleiten voor een transitie van een antropocentrische naar een meer ecocentrische economie, maar zelfs als we in die richting zouden bewegen, duidt het bovenstaande er dan niet op dat:

  1. we antropocentrisch van nature zijn
  2. we derhalve hier primordiaal gezien niet vanaf kunnen
  3. dat 1. en 2. de intentionaliteit overstijgt omdat we er gewoon aan gebonden zijn?
  4. dat we (dus) niet kunnen ingrijpen op de aan de bronoorzaken gebonden dissipativiteit (met uitzondering van bevolkingsreductie)
  5. dat het (dus) weleens zou kunnen zijn, (en op een gegeven moment moet dat wel zo zijn bij een toenemend aantal mensdieren - eenmaal is een grens bereikt), dat alleen al die primaire bronoorzakelijke dissipativiteit voldoende is om niet meer terug te kunnen keren binnen-de-planetaire-grenzen?
  6. dat naast deze relativering van het idee van ‘antropocentrisme’ naar ‘ecocentrisme’ (omdat het alleen maar betrekking kan hebben op intentionaliteit en gelegenheidsoorzaken, - terwijl daar de kern van de zaak niet gelegen is omdat die kern en hoofdzaak betrekking heeft op bronoorzakelijkheid)
  7. er niet veel anders overblijft dan vertragen en verzachten?