Mensen zijn op elkaar aangewezen. Ze zijn afhankelijk van elkaar en omdat ze afhankelijk van elkaar zijn kunnen ze dwang op elkaar uitoefenen en hebben zij macht over elkaar. Voor deze spanning tussen mensen, die een integraal deel vormt van alle menselijke verhoudingen, gebruikt de socioloog Norbert Elias (1897-1990) het begrip ‘machtsbalans’. Dit begrip zet hij centraal in zijn denken als structuurelement voor samenlevingen.
De machtsbalans bestaat als samenwerkingsverbanden binnen evolutionaire concurrentieprincipes.
Wanneer we reflecteren op de huidige multimegaproblemen, dan kunnen we ons afvragen of de politieke doorwerking van de machtsbalans op wereldniveau de oplossing van de klima-eco-problemen ondersteund of juist ondermijnd. Het laatste lijkt het geval te zijn. Dat impliceert het falen van de politiek in Antropocene tijden, terwijl deze in Holocene tijden soelaas kon bieden op toenmalige problemen, omdat de planetaire grenzen nog niet waren overschreden. De milieugerelateerde problemen stonden in politiek opzicht in het Holoceen nog niet zo strucureel haaks op elkaar als nu in het Antropoceen.
Een uitgangspunt van Elias is de notie van het veranderingskarakter van menselijke samenlevingen, met een eigen structuur. Samenleven zelf is een continue reeks veranderingen van een bepaald type. Het gaat om mensen die in hun onderlinge afhankelijkheid samenlevingsverbanden vormen die voortdurend in beweging zijn, die weliswaar uit niets anders bestaat dan wat mensen met elkaar doen en gedaan hebben, maar toch niet door hen wordt overzien, voorzien en gepland.
Deze typische structuurkenmerken hebben betrekking op hoe elke dag opnieuw interacties van mensen die op korte termijn gewild zijn, op langere termijn voortkomen uit en leiden tot onderlinge afhankelijkheden die niet persé gewild zijn.
Reactie plaatsen
Reacties