Historicus Chakrabarty schrijft over de verschillen tussen menshistorische tijd en de tijd van de geologie in relatie tot het concept van het Antropoceen. (zie https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/hith.12044)

Het debat over het Antropoceen, waarin we ons inmiddels bevinden, brengt een voortdurende conceptuele uitwisseling tussen de geschiedenis van de aarde en de menshistorische tijd met zich mee. Er is nu brede erkenning dat we een unieke fase in de menselijke geschiedenis doormaken, waarin we voor het eerst gebeurtenissen die zich op enorme geologische schaal voordoen – zoals veranderingen in het gehele klimaatsysteem van de planeet – bewust verbinden met wat we zouden kunnen doen in het dagelijks leven van individuen, gemeenschappen, instellingen en naties (zoals het verbranden van fossiele brandstoffen).

Het Antropoceen dwingt ons na te denken over de twee enorm verschillende tijdschalen die de aardgeschiedenis en de wereldgeschiedenis respectievelijk omvatten: de tientallen miljoenen jaren die een geologisch tijdperk doorgaans omvat (het Holoceen lijkt een bijzonder kort tijdperk te zijn geweest als de Antropoceen-these klopt) versus de hoogstens vijfhonderd jaar die de geschiedenis van het kapitalisme kunnen vormen. Toch vallen in de meeste discussies over het Antropoceen vragen over geologische tijd buiten beeld en krijgt de tijd van de menselijke wereldgeschiedenis de overhand. Deze eenzijdige omzetting van aardhistorische tijd naar de tijd van de wereldgeschiedenis eist een intellectuele tol, want als we geen rekening houden met aardhistorische processen die ons zeer menselijke tijdsbesef overstijgen, zien we de diepte van het dilemma waarmee de mens vandaag de dag wordt geconfronteerd niet helemaal.

Voor reflectie vereist het Antropoceen dus nu, naast het denken op verschillende tijdschalen, ook om zowel mensgericht als planeetgericht te denken.

Maak jouw eigen website met JouwWeb